Ontwormen van uw kat en hond
Ontwormen
Het is belangrijk om uw kat en/of hond regelmatig te ontwormen. Hiervoor houden wij de normen van de ESCCAP (European Scientific Counsel Companion Animal Parasites) aan.
Uw hond is bij uw fokker op 2, 4 en 6 weken leeftijd ontwormt, als u dit niet zeker weet raden wij uw aan om dit na te vragen. Het advies is om nogmaals te ontwormen op 8 weken leeftijd en dit maandelijks te herhalen tot een leeftijd van 6 maanden. Hierna raden wij u aan uw hond minimaal 1 keer in de 3 maanden te ontwormen.
Uw kat is bij uw fokker op 3, 5 en 7 weken leeftijd ontwormt, als u dit niet zeker weet raden wij uw aan om dit na te vragen. Het advies is om nogmaals te ontwormen op 9 weken leeftijd en dit maandelijks te herhalen tot een leeftijd van 6 maanden. Hierna raden wij u aan uw kat minimaal 1 keer in de 3 maanden te ontwormen als uw kat buiten komt, en 1 keer in de 6 maanden als uw kat enkel binnen is en geen knaagdieren vangt.
Download de schema's door op de afbeelding te klikken
Maar waarom ontworm je nu eigenlijk? En tegen wat?
Honden raken regelmatig besmet met vele soorten wormen. Volwassen dieren, gezond of niet kunnen dit oplopen. Jonge dieren worden al besmet in de baarmoeder en met wormen geboren. Via de moedermelk kunnen ze weer opnieuw besmet worden.
Sommige wormen zijn ook overdraagbaar naar de mens (ook wel een zoönose genoemd). Voor u, uw kinderen en de volksgezondheid in haar algemeenheid is het dus belangrijk om uw hond goed te ontwormen. Wanneer pups niet op tijd ontwormd worden kunnen ze door de aanwezige wormbesmetting een ernstige achterstand in de groei oplopen. Ook verlagen de wormen de weerstand waardoor andere ziektes meer kans krijgen. Uw dier loopt het risico dat voedingstoffen niet goed worden opgenomen of een vaccinatie minder goed aanslaat. In onze regio is het bekend dat de vossenlintworm voorkomt. De hartworm en longworm is vooralsnog veelal actief in Zuid-Europa, maar door het warmer wordende klimaat worden ze ook vaker in Nederland aangetroffen (of na een vakantie in het buitenland!).
Haakwormen (Unicinaria stenocephala (hond en zelden kat) en Ancylostoma caninum (hond), A. tubaeforme (kat))
De haakworm is een rondworm van ongeveer 1 cm lang. De noordelijke haakworm komt in heel Europa voor en wordt ook in Nederland aangetroffen bij honden. In Centraal en Zuid-Europa komt er een andere haakworm voor (Ancylostoma) die nog schadelijker is. Infecties worden meestal gezien bij dieren met vrije uitloop, zoals in een ren of kennel.
Haakwormen ‘haken’ zich vast in de dunne darm en beschadigen daar de darmwand. Ze leggen eitjes die worden uitgescheiden in de ontlasting. Voornamelijk de Ancylostomaen larven kunnen ook de huid penetreren en migreren naar de darmen, deze kan ook de pups infecteren via de moedermelk.
Hartworm (dirofilaria immitis, dirofilaria repens)
De hartworm komt in de bloedvaten van de longen voor van zowel hond als kat. De worm wordt overgedragen via muggen. Hartworm komt voornamelijk in Zuid-Europa, door de opwarming van het klimaat trekt deze worm ook naar het noorden. Dieren kunnen besmet zijn zonder klachten. In de meeste delen van Europa waar deze worm voorkomt vindt de overdracht meestal plaats van april tot oktober.
Honden en katten moeten behandeld worden voordat de wormen volwassen zijn. De volwassen hartworm kan uw dier ernstig ziek maken, met zelfs de dood tot gevolg. Een vroege behandeling voorkomt dat uw dier ernstig ziek wordt
De Franse hartworm (Angiostrongylus vasorum)
Is een rondworm die in de volwassen stadium zich in de longarteriën en rechterhartkamer bevindt. De worm komt in meerdere Europese landen voor. Vossen, wolven, coyotes en jakhalzen lijken een belangrijke rol te spelen in de verspreiding
Lintwormen (Echinococcus multiocularis (vossenlintworm), echinococcus granulosus (hondenlintworm), dipylidium canium (lintworm bij hond en kat) en Teniae)
Hondenlintworm
Is een kleine lintworm die zich in de dunne darm van honden. De mens kan ook besmet raken door deze worm. Er zullen cysten buiten de darmen ontstaan die tot schaden kunnen leiden en zelfs een fatale afloop kunnen hebben.
Vossenlintworm
Het is een kleine lintworm die zich in de dunne darm van vossen en hondachtige bevindt. Deze lintworm is in enkele delen in Nederland gevonden (Limburg en Groningen), maar het RIVM rapporteert dat de aantal besmette vossen toeneemt.
Dipylidium canium
Deze lintworm komt voor bij katten en honden. Voor het behandelen wordt aangeraden om te ontwormen. De worm wordt mede overgebracht door luizen en vlooien, u zult er dus ook goed aan doen om deze te bestrijden.
Taenia spp.
Ook deze lintworm komt voor bij katten en honden. De grootste bron van infectie is de opname van (orgaan)weefsels van besmette dieren.
Spoelwormen (toxocara canis, toxocara cati)
Dit is de meest voorkomende worm. Deze worm leeft in de dunne darm van de hond, is rond van vorm en kan wel tot 16 cm lang worden. Ze zijn vaak geelwit tot roze in kleur. Vaak zijn ze niet te zien in de ontlasting van de hond, in braaksel zijn ze soms wel zichtbaar.
Volwassen wormen leggen eitjes in de dunne darm, die met de ontlasting worden uitgescheiden. De eitjes kunnen in de grond tot wel meer dan een jaar lang blijven leven.
(Her)besmetting vindt plaats door opname van de eitjes in de omgeving (rollen en snuffelen in het gras, likken aan de pootjes, etc.) of door het eten van/likken aan besmette tussengastheren zoals knaagdieren, vogels, vlooien of slakken. De eitjes (met larven er in) komen via de darmen in de bloedbaan, op de ze manier komen ze ook in de longen en luchtpijp terecht. Via opgehoest slijm belanden ze dan uiteindelijk weer in de mond en na doorslikken komen ze in de damrne terecht, waar ze uitgroeien tot volwassen wormen.
Zweepwormen (Trichuris vulpis)
Het is een grote rondworm die vooral in Centraal- en Zuid-Europa wordt gevonden. Het is een worm die moeilijk te bestrijden is in de omgeving en lang aanwezig blijft.