Tandheelkunde bij het paard
Het paardengebit heeft een bijzondere anatomie. Zo groeien de snijtanden en kiezen het hele leven door. Elk kaakkwadrant bevat 6 kiezen (4x6), deze 6 kiezen vormen 1 unit (maalvlak). Bij verkeerd afslijten of wisselen van het gebit kunnen grote problemen ontstaan met eten (mechanisch of ten gevolge van ontstekingen). Ook rijtechnische problemen kunnen soms verklaard worden door afwijkingen aan het gebit (denk bijvoorbeeld aan scherpe haken, welke verwondingen in de mond en pijn veroorzaken).
Het is dus essentieel voor de paardeneigenaar om in ieder geval te weten hoe het gesteld is met het gebit van zijn of haar paard. De gebitscontrole begint al bij het jonge paard. Het wisselen moet correct gebeuren om later ook een goed werkend volwassen gebit te krijgen. Denk hierbij aan het wisselen van de snijtanden (dit kunt u ook zelf controleren, vraag ons om advies), het verwijderen van doppen (restanten van de melkkiezen) en het verwijderen van wolfskiesjes.
Een jaarlijkse gebitscontrole kan tegelijk met de jaarlijkse vaccinatie ingepland worden. Op basis van deze controle wordt er bepaald of er een gebitsbehandeling nodig is.
Symptomen waarbij u moet denken aan afwijkingen aan het gebit:
De gebitsbehandelingen kunnen bij uw paard op stal uitgevoerd worden. Hiervoor gebruiken we moderne
apparatuur en er wordt regelmatig veterinaire tandheelkundige nascholing gevolgd. Zo blijven wij op
de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen.
Wanneer u tijdens de gebitsinspectie van uw eigen paard goed meekijkt in de mond of u ziet dat uw
arm voor een groot deel in de paardenmond verdwijnt om de achterste kiezen te kunnen voelen, zult u
begrijpen dat sedatie vaak nodig is om ook deze kiezen goed te kunnen behandelen.
De gebitscontrole lukt vrijwel altijd zonder sedatie.